Het restaurant is bijna dicht, alle gasten zijn al naar huis. Melanie is achter in de eetzaal als ze de buitendeur hoort opengaan en haar vader hoort. Die roept, met een stem vol angst: ‘Kom, snel, vechten!’ Dan slaat de deur weer dicht. Melanie rent naar de deur, grijpt onderweg een wijnfles en stormt naar buiten. Daar staat haar vader tegenover een stel jongelui.